
Een van een flens voorzien deksel is bevestigd aan de randgedeelten van het komvormige huis en de zuiger om onbedoeld openen van de noodremkamer 22 en vrijgeven van de aandrijfveer te voorkomen. Een ringvormig randvormig randgedeelte van het deksel grijpt aan op het van een flens voorziene randgedeelte van de zuiger om de krachtveer in samengedrukte toestand te houden. Het omgekeerde tweede eindgedeelte van het buisvormige diafragma wordt opgenomen rond het randgedeelte van de zuiger om het daaromheen vast te zetten in een afgedichte relatie met de zuiger. Het komvormige zuigergedeelte is voorgespannen tegen het in het algemeen radiale tussengedeelte van het deksel, waardoor het gebruik van een aandrijfveer mogelijk is met verbeterde prestaties ten opzichte van conventionele ontwerpen.
Het membraan en de zuiger zijn verbonden door een aandrijfstang 60 die zich uitstrekt door een centrale opening 64 gevormd in de eindwand van het huisgedeelte 51 van het bedrijfsremgedeelte 12. Het andere uiteinde van de aandrijfstang is uitgelijnd met de duwstang 18 en wordt ondersteund door een reactieplaat 62 die is opgenomen in een centrale opening 63 in de eindwand van het behuizingsgedeelte 21 van het parkeerremgedeelte 12 die aanligt tegen een veerzitting 48 die is geplaatst tussen het diafragma en de zuiger om de plaat 36 en de drukknop aan te drijven. stang naar een teruggetrokken positie ten opzichte van het huisgedeelte 51 van het bedrijfsremgedeelte.
Wanneer een voertuig wordt aangedreven, wordt een pneumatische druk uitgeoefend op de drukplaat door een drukveer 68 die is aangebracht in de onderste bedrijfsremkamer 26 en zich uitstrekt van de zuiger door een poort 54 in het van een flens voorziene deksel. Wanneer de rembedieningshefboom wordt bediend om de bedrijfsrem in werking te stellen, wordt de drukveer 68 samengedrukt door de kracht van de teruggetrokken reactieplaat 62 om de duwstang in aangrijping met de van een flens voorziene plaat 36 en het membraan te dwingen.
Om de parkeerrem aan te zetten, wordt het elastomere membraan ingedrukt door de kracht van de terugstelveer 72, die wordt samengedrukt door een drukveer 74 in de bedrijfsremkamer 26, tegen de kracht uitgeoefend door de aandrijfstang 60 in. veer 74 tegen de zuiger en de plaat zal een kracht blijven uitoefenen tegen de van een flens voorziene plaat 36 totdat deze wordt losgelaten door voldoende remdruk om de terugtrekkracht van de aandrijfstang te overwinnen.